Boven is het stil
Titelbeschrijving
Gerbrand Bakker
Samenvatting
Recensies
In Boven is het stil gebeurt eigenlijk niks. Helmer van Wonderen, 55 jaar, nooit getrouwd, woont met zijn vader op de boerderij. Moeder en tweelingbroer zijn dood, vader ook bijna. Helmer staat op, melkt de koeien, telt de schapen. Af en toe brengt Helmer zijn vader boven wat te eten (niet te vaak, want dat verdient de ouwe zak niet) of helpt hij hem naar de wc. Soms komt de buurvrouw koffie drinken, daarna gaat Helmer maar weer eens koeien melken. Of mest kruien.Helmer had ooit een tweelingbroer, Henk, die op zijn negentiende verdronk doordat zijn aanstaande de auto van de dijk reed. Sindsdien voelt Helmer zich nog maar half. Henk zou de boerderij overnemen, en er met Riet, de aanstaande, een gezin stichten. Helmer heeft wel de boerderij overgenomen, maar nooit een gezin gesticht.Op een dag krijgt Helmer een brief van Riet. Ze wil hem komen opzoeken. Haar 19-jarige zoon Henk (!) komt bij Helmer inwonen, en langzaam worden de taaie dagen op de boerderij iets levendiger. Tussen de gewoontegestuurde handelingen en bijna simplistische gedachten van Helmer door rijpt de tijd voor verandering. Zei ik dat er niets gebeurt in Boven is het stil? Niets is minder waar. Gerbrand Bakker heeft goed geluisterd naar de mensen die zeggen dat schrijven de kunst van het weglaten is. Geen zin te veel staat er in zijn boek, hoeveel triviale handelingen Bakker ook beschrijft. Hij heeft hoogachting voor de lezer, legt niets uit. Ondertussen heeft alles betekenis: het overal opduiken van tweetallen (twee buurjongetjes, twee onafscheidelijke ezels, twee jongens in de kano), het opnoemen van de plaatsnamen op de kaart van Denemarken die in de slaapkamer hangt, en uiteraard de rol van de nieuwe 19-jarige Henk, de zoon van Riet. Henk rookt, Henk krijgt contact met vader, Henk wordt aangevallen door de bonte kraai die in de es voor vaders raam op diens dood zit te wachten. Meer laagjes afpellen zou niet eerlijk zijn, wie het boek nog gaat lezen moet zelf tussen de regels ook wat te ontdekken hebben. Rest mij slechts nog de loftrompet te steken over Bakkers taalgebruik. De toon van het verhaal is helder en simpel, het boerenleven passend. Toch zijn de woorden met zorg gekozen, en is elke zin met aandacht geconstrueerd. De precisie waarmee de omgeving, de natuur en Helmers handelingen beschreven worden spreekt van grote liefde voor het woord en voor het beschreven object. Een voorbeeld: nadat melding wordt gemaakt van het bestaan van acht wilgen langs de sloot, en hun exacte plaats beschreven is, neemt Bakker twaalf regels de tijd voor de uiteenzetting van Helmers werkwijze bij het knotten van één bepaalde scheefhangende wilg. Elke handeling, elke rustpauze wordt beschreven. Geen moment krijg je als lezer de neiging dit even over te slaan, je gaat mee in de zorgvuldigheid van het klusje. Een traagheid als deze is in de literatuur de laatste jaren niet meer de norm, maar Bakker brengt de lezer naar het tempo van zijn hoofdpersoon, in plaats van het tempo van zijn verhaal aan de lezer aan te passen. De eenvoud van de dialogen versterkt bovendien het gevoel dat alles op dit erf zich in de hoofden afspeelt, en in het gezamenlijk bewustzijn.Overal waar gesproken wordt over Bakkers literaire debuut wordt bovenstaande openingszin geroemd, en terecht. Bakker zelf verklaart dat de zin hem tijdens een bergwandeling te binnen schoot en hem niet meer losliet tot hij het hele boek dat er achteraan kwam opschreef. De zin ‘Ik heb vader naar boven gedaan’ behelst eigenlijk de hele inhoud van de roman: Helmer neemt het leven in eigen hand, zijn vader als onderdrukker wordt afgeschreven. Boven is het stil is ronduit een prachtig boek, dat iedere literatuurliefhebber in de kast moet hebben staan.
Eveline Vink
https://recensieweb.nl/recensie/hoogachting-voor-de-lezer/
Er zijn maar weinig Nederlandse romandebuten die nationaal en internationaal zo goed onthaald werden als Gerbrand Bakkers Boven is het stil. Het boek won enkele Nederlandse prijzen, werd genomineerd voor een reeks andere en kreeg in 2010 zelfs de prestigieuze internationale Impac Award, met een vette prijzenpot van maar liefst 100.000 euro. Ook volgde er in 2013 een verfilming, door regisseur Nanouk Leopold. Boven is het stil is een oer-Nederlands boek: aards en rauw, verstild, met geen woord teveel. Helmer is een boer van in de vijftig die samenleeft met zijn bejaarde vader. Op een dag besluit hij dat het tijd is voor verandering en verhuist hij zijn amper nog mobiele vader van de grote ouderslaapkamer naar een kamer boven in het huis. Zelf neemt hij de benedenverdieping onder handen, koopt een nieuw bed (tweepersoons) en verft de boel. Vanaf de eerste pagina’s merk je dat vader en zoon een moeizame verstandhouding hebben. Er wordt weinig gesproken, Helmer voorziet zijn vader van het broodnodige, verzorgt hem minimaal, en laat hem vooral veel stil op bed liggen. “Als ik de deur wil dichtdoen, roept hij: ‘Dorst.’ ‘Ik heb ook wel eens dorst.’ Ik trek de deur stevig achter me dicht en loop de trap af.” Ook aan het boerenbestaan wijdt Helmer zich met minimale inspanning. De koeien worden gemolken, de schapen en twee ezels krijgen net de verzorging die ze nodig hebben. Het leven lijkt grotendeels in een sleur te verlopen, Helmer bevindt zich half in het verleden, zonder hoop voor de toekomst. Wat blijkt: hij had helemaal geen boer willen worden, hij wilde niet op deze manier met zijn vader eindigen. Het leven dat hij leidt was voorbestemd voor zijn tweelingbroer Henk, de lieveling van zijn vader, en diens vriendin Riet. Een noodlottig ongeval gooide roet in het eten en zorgde ervoor dat Helmer zijn studie Nederlands in Amsterdam op moest geven. Onverwachts neemt Riet weer contact met Helmer op. Dat vormt het echte schakelpunt in de roman – en in het leven van Helmer. Wanneer hij hoort dat een buurman naar Denemarken verhuist, begint bij hem een droom te ontwaken om eveneens een nieuw leven te beginnen, weg van zijn verleden, het vlakke land en de onafgebroken afwisseling van de seizoenen. Gerbrand Bakker slaagt er in zijn eerste roman in om met ogenschijnlijk simpele pennenstreken een intrigerende en levensechte hoofdpersoon neer te zetten. De manier waarop Helmer met zijn machteloze vader omgaat schuurt, in het begin, maar later begrijp je zijn beweegredenen en moet je constateren dat er ondanks alles wat er is gebeurd in Helmer iets van liefde en genegenheid schuilgaat. De soms trage beschrijvingen zorgen ervoor dat je als lezer heel wat moeite moet doen, bovendien lijkt er zo weinig te gebeuren dat je je afvraagt of Bakker niet net wat meer actie in het plot had moeten verwerken. Maar desondanks blijft Boven is het stil je bij, al was het alleen al dankzij de ingetogen beschrijvingen van het boerenleven, het land, het water, de vogels en het vee. De bijpersonen – in de figuren van de buurvrouw en haar twee kinderen – en de terloopse humor geven de broodnodige lucht aan het verhaal. Bakkers debuutroman is een somber en verstild verhaal over rouw, de verbinding met mensen om je heen, vergeving en lotsbestemming.